Een veel voorkomende aanrijding is die tussen een auto die afslaat en een auto die op dat moment inhaalt. In dat geval geldt dat een afslaande bestuurder voorrang moet verlenen aan auto’s dicht naast of achter hem. Bij deze aanrijding speelt dus de vraag of de afslaande auto voorrang moest verlenen.
Een inhalende auto moet voorrang verlenen, maar ook een afslaande auto moet voorrang verlenen aan verkeer naast en dicht achter zich. Bij een aanrijding tussen een inhalende en een afslaande bestuurder is daarom niet direct duidelijk wie de schade betaalt. Hieronder gaan we in op de beoordeling van deze aanrijding aan de hand van een recente uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.
Aanrijding bij het inhalen van een afslaande auto
In feite betreft dit een simpele aanrijding. Een inhalende auto botst op een auto die links afslaat. De bestuurder van de afslaande auto verklaart dat hij kort voor de aanrijding plotseling de inhalende auto in zijn spiegels zag. De rechter concludeert daarom dat de afslaande bestuurder meer en vaker in zijn spiegels had moeten kijken en dat de inhalende auto dusdanig dichtbij was dat de afslaande bestuurder voorrang moest verlenen.
Welke regels gelden er voor inhalen en afslaan?
Inhalen doen bestuurders links. Of zoals de wet zegt: Inhalen geschiedt links. Bestuurders die richting aangeven en voorsorteren om linksaf te slaan, mogen rechts worden ingehaald. Afslaande auto’s moeten richting aangeven en voorrang geven aan tegemoetkomend verkeer en verkeer naast of kort achter zich. De rechter vat het beoordelingskader en de geldende regels als volgt samen:
‘Artikel 11 RVV gaat over inhalen. In lid 1 van dit artikel staat dat inhalen aan de linkerkant moet.‘
‘De regels over afslaan staan in artikel 17 en 18 RVV. De bestuurder die wil afslaan moet dat voor het afslaan al duidelijk maken door zijn richtingaanwijzer aan te zetten (artikel 17 lid 2 RVV). Ook moet een bestuurder die afslaat voorrang geven aan het verkeer dat hem op dezelfde weg tegemoet komt of dat op dezelfde weg dicht naast of links of rechts achter hem is (artikel 18 lid 1 RVV).‘
Wie heeft er voorrang de inhalende of de afslaande auto?
De afslaande bestuurder moet verkeer dat dichtbij is voorrang geven. Als iemand al (bijna) aan het inhalen is, moet de afslaande auto voorrang verlenen. De wet gebruikt de woorden naast en dicht achter. Wanneer er precies sprake is van verkeer dicht achter een ander voertuig staat niet in de wet:
‘Deze regels over inhalen en afslaan samen betekenen dan dat wanneer een ‘achterligger’ begonnen is met het inhalen van de ‘voorligger’ en daarbij al zo dichtbij (naast of achter) degene voor hem is die wil afslaan, deze ‘voorligger’ niet mag doorgaan met afslaan, maar de ‘inhaler’ voor moet laten gaan.’
Afslaande bestuurder had eerder en vaker in spiegel moeten kijken
In dit geval is de afslaande auto volgens de rechter degene die voorrang moest verlenen. De bestuurder verklaart dat hij kort voor de aanrijding de inhalende auto in zijn spiegel zag. Daarbij is van belang dat de weg recht was en de inhalende bestuurder zijn verlichting aanhad. De afslaande bestuurder had de inhalende auto moeten zien aankomen. De rechter stelt aan de hand hiervan vast dat de bestuurder eerder en vaker in zijn spiegels had moeten kijken:
‘De rechtbank vindt dat [verzoeker] [A] eerder had moeten zien. Als [verzoeker] eerder en vaker in zijn binnen- en buitenspiegel had gekeken, had dat ook gekund. Hij had dan gezien dat [A] dicht achter hem zat. Dat stuk van de weg Reijerscop was recht. Ook had [A] de verlichting van zijn auto aan staan, dat heeft [verzoeker] ook zelf gezegd. Door de regel van artikel 18 lid 1 RVV had [A] dan voorrang. Of [verzoeker] wel of geen richting heeft aangegeven en of hij dat wel op tijd heeft gedaan, hoeft de rechtbank niet verder uit te zoeken. Het verandert de situatie namelijk niet. Ook dan geldt door artikel 18 lid 1 RVV dat [verzoeker] voorrang had moeten geven aan verkeer dat al dicht genaderd of aan het inhalen was.’
Wat als iemand geen richting aangeeft en een aanrijding veroorzaakt?
Richting aangeven bij het afslaan is verplicht. Veel weggebruikers geven echter geen richting aan, daarom moeten weggebruikers altijd rekening houden met weggebruikers die afslaan zonder richting aan te geven. Geen richting aangeven is, als het vast komt te staan, wel een reden om aan te nemen dat een deel van de schade voor rekening van die weggebruiker komt. Bij deze aanrijding is het richting aangeven onbelangrijk, omdat de inhalende auto voorrang heeft.
Welk bewijs kan belangrijk zijn na een aanrijding bij het afslaan?
Het kan belangrijk zijn om bewijs te leveren waaruit blijkt dat u richting aangaf of dat uw tegenpartij geen richting aangaf. Ook snelheid minderen voor een kruispunt, voorsorteren en achterom kijken kunnen een indicatie zijn dat een weggebruiker afslaat. Daarnaast spelen snelheid en afstand een belangrijk rol. Denk voor het bewijs bijvoorbeeld aan een schadeformulier, verklaringen en gegevens die zijn vastgelegd door een auto, smartwatch, telefoon of ander elektronisch apparaat.
Wanneer is een inhaler te dichtbij om af te slaan?
Het beoordelen van de verplichting om de schade van verkeersongevallen te betalen, is niet altijd makkelijk. In het geval van een afslaande en inhalende auto is er geen regel om vast te stellen wanneer een inhaler dusdanig dichtbij is dat er voorrang moet worden verleend. In deze zaak is de verklaring van de bestuurder doorslaggevend. De bestuurder had vaker en eerder in zijn spiegels moeten kijken. Of deze beoordeling juist is, is de vraag, omdat de wegpositie tijdens het inhalen weinig zegt over de wegpositie daarvoor.
Mogen fietsers auto’s rechts inhalen?
Fietsers mogen andere bestuurders (geen fietsers) rechts inhalen. Als een fietser achter of naast een bestuurder fiets, moet deze bestuurder dus voorrang verlenen voor het afslaan. Ook voorgesorteerde fietsers mogen rechts worden ingehaald door andere fietsers.
Gratis rechtshulp bij letselschade
Bel naar 0800 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of vul het onderstaande contactformulier in.
Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Midden-Nederland 16 juli 2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:3504