Meer letselschade dan werkgever betaalde: Een medewerker van een vervoersbedrijf raakt gewond. Het vervoersbedrijf erkent aansprakelijk en betaalt een schadevergoeding van € 750,–. De rechtbank Rotterdam oordeelt in deze recente uitspraak dat er onvoldoende bewijs is voor een hogere schadevergoeding. De gewonde werknemer kan niet bewijzen dat hij meer letselschade leed dan zijn werkgever vergoedde.

Deze recente uitspraak van de rechtbank Rotterdam toont het belang aan van een goede (medische) onderbouwing van een schadeclaim. De claim van het slachtoffer in deze procedure wordt afgewezen en de man wordt veroordeeld de proceskosten van de tegenpartij te betalen. Uit de adviezen van de door beide partijen ingeschakelde medisch adviseurs volgt namelijk dat de nek- en schouderklachten van het slachtoffer mogelijk al voor het tramongeval bestonden. Beide medische deskundigen adviseerden een nader onderzoek. Dit onderzoek is echter niet uitgevoerd.

Meer letselschade dan werkgever betaalde

Achteraanrijding tram

Het slachtoffer werkt bij de Rotterdamse Electrische Tram N.V. (RET) als tram controleur. Op 24 juni 2014 wordt de tram waarin de man werkt van achter aangereden door een andere tram. De man valt hierdoor. RET betaalt een schadevergoeding van € 750,–. De tram controleur stelt dat hij door het ongeval (blijvende) nek- en schouderklachten opliep en eist een hogere schadevergoeding.

Pre-existente nek- en schouderklachten?

RET stelt zich op het standpunt dat de nek- en schouderklachten al voor de tram aanrijding bestonden. Dit noemen we pre-existente klachten. De aansprakelijke partij vergoedt de veroorzaakte letselschade, maar niet de klachten die al voor het ongeval aanwezig waren:

‘Volgens RET gaat het namelijk om pre-existente klachten. Zij heeft in dat verband adviezen van de door beide partijen ingeschakelde medisch adviseurs overgelegd.’

Nek- en schouderklachten geen ongevalsgevolg

Pre-existente klachten zijn klachten die al voor het ongeval bestonden. Het aansprakelijke bedrijf vindt dus dat het bedrijfsongeval deze klachten niet veroorzaakte, omdat de klachten al voor het ongeval bestonden. Dit blijkt onder andere uit twee medische verklaringen:

‘Blijvende beperkingen of blijvende invaliditeit verwacht ik niet als ongevalsgevolg, aangezien er geen objectieve verslechtering lijkt te zijn opgetreden van de reeds aanwezige problematiek.’

en;

‘Uit de overige medische gegevens wordt duidelijk dat de neuroloog t.g.v. het ongeval geen toename van de reeds bestaande neurologische uitval heeft geconstateerd en dat er volgens de neuroloog wel sprake is van veel spierpijnklachten.’

Geen nader onderzoek naar pre-existente klachten

De medische deskundigen adviseerden beiden om nader onderzoek uit te laten voeren. Dat de medische informatie niet aantoont dat de klachten het gevolg zijn van het tramongeval betekent dat het slachtoffer geen bewijs heeft van zijn letselschade. Het is belangrijk om voor de stap naar de rechter goed te beoordelen of het benodigde bewijs voorhanden is. Dit voorkomt dat een schadeclaim wordt afgewezen:

‘Door beide medisch adviseurs is geadviseerd om nader onderzoek te laten doen naar het verband tussen ongevalsgerelateerde en pre-existente klachten. Dit is echter niet gebeurd.’

Bespreek uw schadevergoeding

Meer weten over gratis hulp bij letselschade? Onze letselschade advocaten beoordelen uw kansen en helpen u direct verder. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: Rechtbank Rotterdam 10 februari 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:2563