Val voetganger over trottoirband: Een voetganger valt in de binnenstad van Amsterdam over een ongelijke trottoirband. Zij stel de gemeente aansprakelijk, omdat er volgens haar sprake is van een gebrekkig opstal.

De eigenaar van een opstal is aansprakelijk voor schade die ontstaat door een gebrek aan het opstal. Ook de weg en het trottoir zijn opstallen. Maar wanneer is een trottoir gebrekkig? Hoe groot mag een hoogteverschil op het trottoir zijn? Bij een stoep of trottoir is de gemeente meestal de aansprakelijke wegbeheerder. Is de gemeente in dit geval aansprakelijk voor de letselschade die ontstond toen de vrouw struikelde over de trottoirband?

Ernstige oneffenheid trottoir

De Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderhoud in Grond- Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW) maakt handboeken met regels om wegen veilig aan te leggen. De CROW-handboeken bevatten onder andere regels voor aanleg en onderhoud van wegen. De regels zien ook op hoogteverschillen in het wegdek:

‘Op grond van het Handboek visuele inspectie 2011 van de Stichting Centrum voor Regelgeving en Onderhoud in Grond- Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek wordt bij een hoogteverschil in het wegdek van meer dan 30 mm gesproken van een ‘ernstige oneffenheid.’

Val voetganger trottoirband, Val voetganger trottoir, struikelen troittoir
In de binnenstad van Amsterdam moet een voetganger rekening houden met aanwezige hoogteverschillen.

Richtlijnen voor gebrekkigheid niet doorslaggevend

Het hoogteverschil in de trottoirband varieert ter plaatse van 14 mm tot 34 mm. Op grond van het CROW-handboek zou er dus sprake zijn van een ‘ernstige oneffenheid’. Het slachtoffer meent daarom dat er sprake is van een gebrekkig opstal. Het opstal voldoet immers niet aan de CROW richtlijnen. De rechter oordeelt dat het CROW-handboek geen wettelijke normen bevat:

‘De in het CROW-handboek vervatte richtlijnen met betrekking tot oneffenheden in het wegdek zijn weliswaar gezaghebbend en richtinggevend, maar zijn geen wettelijke normen en daarom niet doorslaggevend.’

Beoordeling hoogteverschil trottoir

De rechter beschrijft hoe we beoordelen of een hoogteverschil in het trottoir een gebrek is:

‘De rechtbank zal eerst beoordelen of de weg gebrekkig is. Bij de beantwoording van deze vraag komt het aan op de naar objectieve maatstaven te beantwoorden vraag of de weg, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijkerwijs en redelijkerwijs te vergen zijn (HR 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6236, rov. 4.4.4).’

De rechter verwijst hierboven naar het Wilnis arrest. Dit arrest ziet op de aansprakelijkheid van de eigenaar van een dijk (opstal) voor de schade van een dijkdoorbraak. Het Wilnis arrest is een uitwerking van het Kelderluik arrest dat bepaalt wanneer iemand aansprakelijk is voor het creëren of laten voortbestaan van een gevaarlijke situatie (gevaarzetting).

Toetsing gebrekkigheid hoogteverschil trottoir

De rechter beoordeelt eerst of voetgangers ter plaatse rekening moeten houden met een hoogteverschil:

‘Het is een feit van algemene bekendheid dat trottoirs en trottoirbanden oneffenheden kunnen vertonen. Een voetganger dient er daarom op bedacht te zijn dat er hoogteverschillen kunnen zijn tussen het trottoir en de trottoirbanden. Dit geldt temeer in een oude binnenstad zoals Amsterdam. Het hoogteverschil van 34 mm tussen de trottoirband en het trottoir is naar het oordeel van de rechtbank in dit geval niet zodanig groot dat voetgangers daarmee redelijkerwijs geen rekening hoeven te houden.’

De rechter stelt vast dat de kleur van de trottoirband afwijkt en opvalt. De rechter vindt de kans daarom klein dat een normaal oplettende voetganger de trottoirband over het hoofd ziet en struikelt. Bovendien is een waarschuwing voor het hoogteverschil (bijvoorbeeld door een bord of het aanbrengen van een opvallende markering op de stoeprand) daarom niet nodig. Ook het verwijderen van het hoogteverschil of plaatsen van een hek was volgens de rechter niet nodig.

De rechter wijst de vordering daarom af.

Beoordeling val voetganger over ongelijke trottoirband

De uitspraak illustreert dat de CROW-handboeken slechts een aanwijzing geven over de gebrekkigheid van een opstal zoals een trottoir. Bij het struikelen en vallen van een voetganger over een ongelijke trottoirband is dus onder andere van belang of de ongelijkheid in het trottoir opvalt, goed zichtbaar is en waar het trottoir ligt.

Groot aantal voetgangers in de binnenstad

In deze zaak speelt de binnenstad van Amsterdam een belangrijke rol. In een historische binnenstad moeten we volgens de rechter rekening houden met ongelijkheden in het wegdek. Op andere plaatsen moet een voetganger hier dus minder rekening mee houden. Denk bijvoorbeeld aan een parkeerplaats of een moderne binnenstad. Daarbij is belangrijk dat de kans op verwezenlijking van het gevaar ook afhankelijk is van het aantal voetgangers. In een binnenstad mogen we over het algemeen wel hogere eisen stellen aan het trottoir, omdat de kans op een ongeluk groter is door het groot aantal voetgangers.

Gevallen op het trottoir?

Om direct inzicht te krijgen in uw rechten en mogelijkheden gaat u in gesprek met onze specialisten. In de meeste gevallen laat u uw schade gratis door ons afhandelen. Neem contact op. Bel naar 0800-4455000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of vul het onderstaande contactformulier in om gebeld te worden door een specialist.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: Rechtbank Amsterdam 31 maart 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:1600