Fietser rijdt zonder voorrang overstekende voetganger aan: Een overstekende voetganger wordt aangereden door een fietser. De voetganger stelt de fietser aansprakelijk. Deze zou te hard hebben gereden. De voetganger stak niet over op een zebrapad en had geen voorrang. Bovendien droeg de vrouw een capuchon. De buurvrouw van de aangereden voetganger liep naast haar en zag de fietser wel op tijd aankomen.

De rechtbank Limburg beoordeelt in deze procedure of de fietser aansprakelijk is voor de aanrijding met een overstekende voetganger zonder voorrang. Voetgangers moeten uitkijken bij het oversteken. Fietsers moeten anticiperen op overstekende voetgangers. De rechter weegt in deze recente uitspraak af of het rijgedrag van de fietser of de onoplettendheid van de voetganger de aanrijding veroorzaakte.

Aantonen verkeersfout om schade te claimen

Om een schadevergoeding te krijgen, moet de aansprakelijkheid vaststaan. De eisende partij moet daarvoor aantonen dat de tegenpartij een fout maakte. In het geval van een aanrijding tussen een fietser en een overstekende voetganger kan dit bijvoorbeeld een voorrangsfout zijn, maar ook een meer algemene fout, zoals niet tijdig tot stilstand kunnen komen of gevaar veroorzaken.

Als de aansprakelijkheid vast staat, beoordelen we of het slachtoffer zelf ook een aandeel had in het ontstaan van de aanrijding. Dit noemen we eigen schuld. Aan de hand van deze afweging kunnen we de mate van aansprakelijkheid uitdrukken in een percentage.

Fietser rijdt zonder voorrang overstekende voetganger aan, oversteken geen oversteekplaats, Rechtbank Limburg 15 november 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:6818

Fietsers moeten anticiperen op overstekende voetgangers. Voetgangers moeten uitkijken bij het oversteken.

Gratis hulp bij letselschade

De wet bepaalt dat de veroorzaker van letselschade ook de kosten van de schadeclaim betaalt. Daarom maakt u gratis gebruik van de diensten van een letselschade advocaat of jurist. Gevallen door een overstekende voetganger? Of aangereden door een fietser? Neem contact op om uw mogelijkheden te bespreken. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of gebruik het contactformulier onder aan deze pagina.


Anticiperen op overstekende voetgangers en kijken of oversteken mogelijk is

De rechter begint met het beschrijven van de verplichtingen die in dit geval op de fietser en voetganger rusten. De fietser moet de snelheid aanpassen zodat tijdig remmen voor een overstekende voetganger mogelijk is. Dit geldt ook als voetgangers geen voorrang hebben. Daartegenover staat dat voetgangers moeten uitkijken bij het oversteken:

‘De rechtbank overweegt dat van een fietser in het algemeen mag worden verwacht dat hij anticipeert op voetgangers die oversteken en daar – zoals artikel 19 RVV bepaalt – zijn snelheid op aanpast. Daar staat tegenover dat van een voetganger die oversteekt of wil oversteken mag worden verwacht dat hij naar links en rechts kijkt of dit mogelijk is en zijn verkeersgedrag daarop aanpast.’

Extra oplettendheid als er geen oversteekplaats is

De voetganger had geen voorrang en er was geen oversteekplaats. In dat geval vraagt oversteken volgens de rechter daarom om extra oplettendheid:

‘Oplettendheid is in het bijzonder geboden als ergens wordt overgestoken waar geen oversteekplaats is en er ter plaatse ook andere verkeersdeelnemers (dan voetgangers) zijn. Dan hebben voetgangers immers geen voorrang.’

Geen uitwijkmogelijkheid fietser

De rechter stelt vast dat de fietser en voetganger elkaar niet konden zien tot vlak voor de aanrijding. Bij de aanrijding was het nat. Dit verlengt de afstand die de fietser nodig heeft om te stoppen. Toen de fietser de voetganger zag remde zij. Uitwijken was vanwege het overige verkeer niet mogelijk. Deze overwegingen zijn van belang, omdat hieruit blijkt de fietser niet verweten kan worden dat zij de voetganger niet eerder zag. Dat de weg nat was en uitwijken niet mogelijk, betekent dat de fietser niet verweten kan worden dat zij anders had moeten handelen toen zij de vrouw zag oversteken:

‘Tussen partijen staat vast dat zij elkaar in eerste instantie niet konden zien omdat het zicht over en weer werd belemmerd door de stadsbus die naast [gedaagde sub 1] reed. [gedaagde sub 1] heeft geremd zodra zij [eiseres] zag oversteken. Naar het oordeel van de rechtbank kon zij niet uitwijken: van de andere zijde kwam haar een stadsbus tegemoet rijden.’

Onvoldoende gekeken of weg vrij was

De overstekende vrouw droeg een capuchon. Dit is van belang, omdat dit het zicht naar de zijkant ontneemt. Het dragen van een capuchon draagt daarom in zekere zin bij aan het ontstaan van de aanrijding. De overstekende voetganger stak niet alleen over. Naast haar liep haar buurvrouw. De buurvrouw zag de fietser en wachtte. De rechter stelt daarom vast dat de vrouw de fietser had kunnen zien en had kunnen stoppen:

‘[eiseres] heeft bij de zitting erkend dat zij een capuchon droeg en, nadat zij begon met oversteken, niet meer om zich heen keek. Daarmee heeft zij niet gedaan wat [naam buurvrouw] wel deed, namelijk blijven opletten. Als [eiseres] tijdens het oversteken nog eens zijwaarts had gekeken, met het oog op mogelijk verkeer dat achter de bus schuilging, had zij [gedaagde sub 1] op tijd gezien en – net als [naam buurvrouw] – kunnen stoppen met lopen. Dat zij dat niet heeft gedaan, is naar het oordeel van de rechtbank bepalend geweest voor het ontstaan van het ongeval.’

Aansprakelijkheid fietser niet aangetoond

De voetganger toont niet aan dat de fietser een verkeersfout maakte. Zonder voorrang met een capuchon op oversteken, zonder zicht op al het verkeer en zonder naar links en rechts te kijken, is de voornaamste oorzaak van de aanrijding. De rechter vindt daarom dat de fietser niet te snel of gevaarlijk fietste:

‘Uit het voorgaande volgt dat niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde sub 1] in strijd heeft gehandeld met het voorschrift van artikel 19 RVV – namelijk dat de bestuurder in staat moet zijn diens voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is – en dat zij zich niet zodanig heeft gedragen dat zij gevaar op de weg heeft veroorzaakt als bedoeld in artikel 5 WVW.’

De kans dat iemand oversteekt

De rechter geeft aan dat fietsers rekening moeten houden met overstekende voetgangers. Daarnaast wijst de rechter er op dat de voetganger geen voorrang had en dat de voetganger niet overstak op een oversteekplaats. Voor de beoordeling van schuld na een aanrijding is van belang hoe voorzienbaar het verkeersgedrag is. Bij een aanrijding met een overstekende voetganger is daarom van belang hoe aannemelijk het is dat op die plek voetgangers oversteken.

Motorrijtuig rijdt zonder voorrang overstekende voetganger aan

Een voetganger die zonder voorrang oversteekt, heeft na een aanrijding met een motorvoertuig meestal recht op een schadevergoeding. De bestuurder van de auto, scooter etc. betaalt alleen als er sprake is van overmacht geen schadevergoeding. Overmacht betekent afwezigheid van alle schuld. In de meeste gevallen kan de bestuurder van een motorvoertuig na een aanrijding met een overstekende voetganger wel een verwijt worden gemaakt.

Dit is anders bij een aanrijding tussen een overstekende voetganger en een fietser. De wet beschouwt voetgangers en fietsers als gelijkwaardige weggebruikers. De bescherming die de wet biedt bij een aanrijding door een motorvoertuig gaat niet op bij een aanrijding door een fietser.

Contact

Neem contact op om uw mogelijkheden te bespreken. Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of gebruik het onderstaande contactformulier.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Limburg 15 november 2023, ECLI:NL:RBLIM:2023:6818