Een e-bike is wettelijk gezien gelijk aan een gewone fiets. Bij de schadeclaim na een aanrijding met een e-bike gelden daarom dezelfde regels als voor een gewone fiets. Na een aanrijding op een e-bike door een motorovertuig krijgt de e-biker daarom meestal in ieder geval de helft van de schade vergoed. Ook als de bestuurder van de e-bike de aanrijding zelf veroorzaakt.
Bij de schadeafhandeling maken we geen verschil tussen een e-bike en een gewone fiets. Ook de bestuurder van een e-bike wordt daarom beschermd bij een aanrijding met een auto of ander motorvoertuig. Als een e-bike is opgevoerd of is voorzien van een gashendel dan is er geen sprake meer van een fiets. De e-bike wordt door deze aanpassingen een onverzekerd motorvoertuig. Rondrijden op een opgevoerde e-bike betekent daarom dat er een groot financieel risico wordt genomen.
Aanrijding e-bike met auto of ander motorvoertuig
Een e-bike is wettelijk gezien een fiets. De bestuurder kan daarom na een aanrijding met een auto, motor, scooter, bus of ander motorvoertuig een beroep doen op de zogenaamde 50%-regel. Dit betekent dat de bestuurder van het motorvoertuig minimaal de helft van de schade van de e-biker betaalt. Deze wettelijke regeling maakt het makkelijk voor een bestuurder van een e-bike om schade te claimen na een aanrijding.
Aanrijding e-bike met fietser of voetganger
Bestuurders van een e-bike zijn gelijkwaardige weggebruikers ten opzichte van fietsers en voetgangers. Bij een aanrijding van een e-bike met een fietser of voetganger beoordelen we het recht op een letselschadevergoeding aan de hand van de gemaakte verkeersfouten. De veroorzaker van het ongeval betaalt de schade.
Bij een aanrijding tussen een e-bike en een voetganger kan het snelheidsverschil wel een rol spelen bij de beoordeling van de aansprakelijkheid. Het is daarom aannemelijk dat er aan de zijde van de e-bike sprake is van gedeeltelijke schuld aan het ontstaan van de schade.
Schadeclaim opgevoerde e-bike
Het opvoeren van een e-bike betekent dat deze niet meer voldoet aan de wettelijke omschrijving van een elektrische fiets/fiets met trapondersteuning. Als een e-bike harder gaat dan 25 km/uur of voorzien is van een gashendel dan is een e-bike een motorvoertuig en geen fiets. De opgevoerde e-bike is wettelijk gezien dus gelijk aan een auto of motor. De bestuurder van een opgevoerde e-bike kan om die reden geen aanspraak maken op de wettelijke bescherming die geldt voor fietsers.
De e-bike in de wet
In de wet staat dat een (gedeeltelijk) mechanisch aangedreven voertuig een motorvoertuig is. Aan de definitie van motorvoertuig is daarom toegevoegd dat een e-bike (fiets met trapondersteuning) geen motorvoertuig is. Bovendien is in de wet een definitie opgenomen van een fiets met trapondersteuning. Deze vinden we in artikel 1 sub 1 ea WVW. Uit de wettelijke omschrijving van een e-bike blijkt ook aan welke vereisten een e-bike moet voldoen:
Artikel 1 sub 1 sub ea WVW: fietsen met trapondersteuning: fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen.
Kosteloos een letselschade advocaat inschakelen
Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of vul het onderstaande contactformulier in.