Ongeval op schoolplein: Een lerares houdt tijdens de middagpauze toezicht op het schoolplein als zij wordt aangereden door een leerling op een step. De lerares valt en stelt haar werkgever aansprakelijk voor de door haar geleden letselschade.

De werkgever heeft een zorgplicht voor de veiligheid van werknemers. Als een werknemer gewond raakt tijdens het werk dan is de werkgever aansprakelijk tenzij de werkgever de zorgplicht is nagekomen of als er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid. De lerares met letselschade heeft dus recht op een letselschadevergoeding voor het ongeval op het schoolplein als de onderwijsinstelling verweten kan worden dat niet alle redelijke veiligheidsmaatregelen zijn genomen om dit ongeval op het schoolplein te voorkomen.

Leerling botst met step tegen leerkracht

Het beoordelen van de zorgplicht doen we aan de hand van de specifieke omstandigheden van het ongeval. Welke maatregelen zijn er genomen om de ontstane schade te voorkomen? In dit geval beantwoordt de rechter dus de vraag welke veiligheidsmaatregelen van de onderwijsinstelling verwacht mochten worden om te voorkomen dat een leerling op het schoolplein met een step tegen een ander aanbotst.

Ongeval op schoolplein, Rechtbank Amsterdam 15 maart 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:1638, botsing met step op schoolplein, ongeval tijdens schoolpauze

Standpunten partijen over ongeval op schoolplein

In dit geval verwijst de school naar de opgestelde beleidsstukken. In deze stukken wordt niet verwezen naar een mogelijke aanrijding door een step (fiets of ander voertuig) op het schoolplein. Volgens de school is de risico van zo’n botsing klein en hoeft daaraan geen specifieke aandacht besteed te worden. De gewonde lerares vindt dat zij specifieke instructies had moeten krijgen, dat zij gewaarschuwd had moeten worden voor deze specifieke leerling, dat er onvoldoende toezicht was tijdens de pauze, dat steppen op het schoolplein verboden had moeten worden, dat het schoolplein anders ingericht had moeten worden en dat de school haar een helm had moeten geven.

Afspraken over toezichthouden op het schoolplein

De gewonde lerares erkent dat er afspraken zijn gemaakt over het houden van toezicht tijdens de pauze. De afspraak is dat de leraar met de rug naar de spoorlijn naast het schoolplein gaat staan. De lerares was op die dag aan het voetballen met een leerling en stond niet met haar rug naar de spoorlijn. De rechter vindt dat het ongeval niet had plaatsgevonden als de lerares de gemaakte afspraken was nagekomen. In dit geval is er dus een specifieke instructie van de werkgever die dit specifieke ongeval had kunnen voorkomen:

‘Partijen zijn het erover eens dat gewoonlijk de pleinwacht bij het voetbalveldje zich zodanig opstelde dat deze zicht had op het schoolplein, door met de rug naar de naastliggende spoorlijn te staan. Dit was een maatregel ten behoeve van de veiligheid op het schoolplein, die bij [eiseres] bekend was. Zij heeft zich op 3 november 2020 echter anders gepositioneerd en wel zodanig dat zij geen zicht had op een deel van het schoolplein. Zij deed dat omdat de leerling met wie zij aan het voetballen was per se zelf met de rug naar de spoorlijn wilde staan. Maar dit laat onverlet dat er wel degelijk een bij [eiseres] bekende en adequate veiligheidsmaatregel gold voor de pleinwacht. Als [eiseres] deze maatregel had uitgevoerd, had het ongeval niet plaatsgevonden. Dat Stichting Orion haar niet heeft gewaarschuwd en geen instructies heeft gegeven voor het functioneren als pleinwacht is dan ook geen terecht verwijt van [eiseres].’’

Onvoorspelbare leerling?

Volgens de gevallen lerares was de leerling die tegen haar aan stepte soms onvoorspelbaar. De rechter vindt dat de school de lerares niet hoefde te waarschuwen voor deze specifieke leerling. Daarbij speelt ook mee dat er geen soortgelijke incidenten zijn geweest met de leerling. Als de lerares op de juiste plek op het schoolplein was gaan staan, was de botsing met de leerling voorkomen:

‘[eiseres] heeft er nog op gewezen dat [naam 4] volgens haar leraren soms onvoorspelbaar gedrag vertoonde en dat Stichting Orion haar daarvoor niet heeft gewaarschuwd. Maar gelet op het feit dat er een adequate veiligheidsmaatregel was die [eiseres] kende, hoefde dat in redelijkheid van Stichting Orion niet te worden verwacht, te meer nu gesteld noch gebleken is dat zich rond [naam 4] eerder soortgelijke incidenten hebben voorgedaan.’

Voldoende toezicht op schoolplein?

Bij ongevallen in het onderwijs speelt meestal een rol of er voldoende toezicht was. Op de dag van het ongeval hielden vier pleinwachten toezicht op 29 kinderen. De lerares verwijst naar een richtlijn voor buitenschoolse activiteiten. De richtlijn schrijft 1 toezichthouder per 5 leerlingen voor. De richtlijn ziet echter op buitenschoolse activiteiten van de groepen 1 tot en met 3. Bovendien is dit een advies en geen norm. De rechter oordeelt dat in dit geval niet is gebleken dat een gebrek aan personeel leidde tot onveilige situaties op het schoolplein:

‘[eiseres] meent dat voor de vraag of het aantal pleinwachten voldoende was, aansluiting moet worden gezocht bij de richtlijn Veiligheid bij buitenschoolse activiteiten. Deze richtlijn schrijft voor de groepen 1 tot en met 3 één begeleider op vijf kinderen voor. Zoals Stichting Orion en MS Amlin echter terecht aanvoeren bevat de richtlijn geen norm maar een advies en betreft het een ander soort activiteit met een ander soort leerlingen. Niet is gebleken dat op de [naam school] door een gebrek aan personeel van een onveilige situatie op het schoolplein sprake was.’

Steppen op schoolplein

De lerares vindt dat het beschikbaar stellen van steppen aan de kinderen een schending van de zorgplicht betekent. De rechter overweegt dat er op veel schoolpleinen gestept wordt. Het risico van een botsing met een step is bovendien klein volgens de rechter. De school hoefde daarom geen specifieke maatregelen te nemen voor het steppen:

‘De overige verwijten van [eiseres] houden verband met de keuze van de [naam school] om aan de leerlingen een aantal steppen ter beschikking te stellen, zodat er op het schoolplein gestept kon worden. Dit is geen ongebruikelijke gang van zaken op een schoolplein. Steppen is voor leerlingen een gezonde bezigheid. Er bestaat wel een risico dat een leerling tegen een andere leerling of een personeelslid aanbotst, maar het is een beperkt risico waarbij bovendien vrijwel nooit letselschade zal ontstaan. Daarom hoefde Stichting Orion in redelijkheid geen aanvullende maatregelen te treffen, speciaal gericht op het steppen.’

Andere inrichting schoolplein en valhelm

De lerares vindt bovendien dat het schoolplein veiliger ingericht kon worden. De rechter overweegt dat een andere inrichting van het schoolplein dit ongeval niet had voorkomen. Daarnaast had de school volgens de lerares helmen aan het personeel kunnen geven. Leraren verplichten om een helm te dragen tijdens de schoolpauze is dusdanig ongebruikelijk dat de rechter ook hierin niet meegaat:

‘Niet valt in te zien hoe een andere inrichting van het schoolplein dit ongeval had kunnen voorkomen en het verstrekken van een valhelm is een zo ongebruikelijke maatregel dat deze in redelijkheid niet van Stichting Orion kan worden verlangd.’

Gratis juridische hulp bij uw schadeclaim

Laat uw schade kosteloos afhandelen door een specialist. Neem contact op. Ons telefoonnummer is 0800 – 44 55 000, ons e-mail adres is info@letselschadespecialist.nl, bovendien kunt u een terugbelverzoek doen door het onderstaande formulier in te vullen.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Amsterdam 15 maart 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:1638