Het slachtoffer van een bedrijfsongeval loopt geestelijk letsel op. De aansprakelijke werkgever wil dat het slachtoffer periodiek door een psychiater onderzocht wordt om de omvang van de schade vast te stellen. Het slachtoffer ervaart de afhandeling van de schade als slopend en wil dat de volledige schade als een som ineens wordt uitbetaald.

De rechter beslist dat er voldoende informatie is over de mogelijk ontwikkeling van het geestelijk letsel en dat het slachtoffer belang heeft bij een som ineens en de definitieve afhandeling van de schade. De rechtbank Overijssel in Enschede behandelde onlangs een interessante kwestie. Na een arbeidsongeval erkent de werkgever de aansprakelijkheid. Het slachtoffer vraagt de aansprakelijke partij de letselschadevergoeding te betalen als een som ineens. De aansprakelijke partij wil dat er periodiek een expertise plaatsvindt door een psychiater om de schade vast te stellen. De rechter beoordeelt of er voldoende informatie is om de toekomstige geestelijke schade te begroten en of het slachtoffer belang heeft bij een som ineens en de definitieve afhandeling van de schade:

‘[eiser] stelt dat, gezien het beloop van de medische situatie tot nu toe, de reeds gevolgde therapieën en de rapporten van De Mooij (aan de uitkomst waarvan partijen zich voor inschakeling van De Mooij hebben geconformeerd), de schade afgewikkeld dient te worden met de uitkering van een som ineens. Hierbij is ook van belang dat het letselschadetraject door [eiser] als slepend en slopend is ervaren.’

Geestelijk letsel na bedrijfsongeval zorgcentrum

De eisende partij werkte in een zorgcentrum. Zij raakt gewond bij een incident met een getraumatiseerde patiënt met een verstandelijke beperking. Naast het lichamelijke letsel ontstaat ook geestelijke letsel bestaand uit een aanpassingsstoornis en pleinvrees (agorafobie).

Som ineens of periodieke expertise bij geestelijk letsel, Rechtbank Overijssel 21 mei 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:2713

Wel of geen medische eindsituatie?

Partijen spreken af dat een psychiater de geestelijke klachten gaat onderzoeken. De psychiater (De Mooij) stelt twee rapporten op. In het eerste rapport staat dat de psychiater nog verbeteringen verwacht. In het tweede rapport, dat enige tijd later wordt opgesteld, staat dat de psychiater geen verbetering verwacht. De aansprakelijke partij neemt het standpunt in dat weliswaar in het komende jaar geen verbetering worden verwacht, maar dat de gezondheidssituatie van het slachtoffer wel kan veranderen. De rechter concludeert op grond van de expertise rapporten van de psychiater dat de psychiater wel een medische eindsituatie vaststelde:

‘Voorts blijkt uit het eerste rapport van De Mooij van 13 september 2021 dat De Mooij ‘heel goed begrijpt dat het wenselijk zou zijn om de letselschadezaak te kunnen afronden, maar dan moet er wel sprake zijn van een medische eindtoestand’. Gelet op de beantwoording van de vragen door De Mooij in de tweede rapportage, met inachtneming van hetgeen hij hierover in de eerste rapportage heeft opgemerkt, ligt het niet in de rede te veronderstellen dat De Mooij bedoeld heeft te spreken over een medische eindsituatie zoals omschreven in de AMA- Guides. Bij de tweede rapportage acht De Mooij een medische eindsituatie aan de orde en wordt door hem, gezien het beloop tot nu toe, ook met behandeling, geen verbetering verwacht.’

Belang slachtoffer bij som ineens

De rechter beslist dat het slachtoffer belang heeft bij een som ineens en dat het belang van de aansprakelijke partij hiertegen niet opweegt. De rechter benoemt de belasting van de schadeafwikkeling op het slachtoffer. Daarnaast zou een periodieke keuring door een psychiater de deze belasting alleen maar vergroten. Het belang van het slachtoffer bij het afhandelen van de schade weegt daarom zwaarder dan het belang van de aansprakelijke partij om absolute zekerheid te hebben over de schade omvang:

‘Het is algemeen bekend dat een lopende letselschadezaak niet bevorderlijk is voor het herstel en dat geldt temeer indien dit gepaard gaat met periodieke psychiatrische herexpertises. Ook bij De Twentse Zorgcentra en [bedrijf 1] is bekend dat [eiser] een kwetsbaar slachtoffer is dat lijdt onder de lange duur van de schadeafwikkeling. Het enkele belang van De Twentse Zorgcentra en [bedrijf 1], dat niet uit te sluiten is dat in de toekomst een verandering zou kunnen optreden in de psychische gezondheidssituatie van [eiser], weegt niet op tegen de belangen van [eiser] om te kiezen voor afwikkeling van de schade in de vorm van een som ineens.‘

Gratis rechtshulp bij letsel

Bel naar 0800 – 44 55 000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Overijssel 21 mei 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:2713