Bewijs stilstaan bij aanrijding: Een vrouw vordert na een aanrijding een schadevergoeding. Zij stelt dat zij van achteren is aangereden toen zij stilstond op een kruising. De verzekeraar van de aansprakelijk gestelde bestuurder stelt dat de eisende partij geen voorrang verleende en wijst de aansprakelijkheid af.

De eisende partij stelt van achteren te zijn aangereden terwijl zij stil stond. Om een letselschadevergoeding af te dwingen, moet de eisende partij hiervoor bewijs leveren. De rechtbank Noord-Holland concludeert in een recente uitspraak dat dit bewijs niet is geleverd. De afgelegde getuigenverklaringen zijn onvoldoende geloofwaardig en een deskundige concludeert dat de auto reed terwijl deze werd aangereden:

‘Omdat [eiseres] niet heeft kunnen bewijzen dat zij stilstond ten tijde van de aanrijding, is de rechtbank van oordeel dat de vorderingen van [eiseres] moeten worden afgewezen.

Achteraanrijding stilstaande auto?

De twee bij het ongeval betrokken bestuurders reden eerst over de zelfde weg. De aansprakelijk gestelde bestuurder nam vervolgens een afslag. Op een kruispunt kwamen de beide bestuurders elkaar weer tegen en ontstond een aanrijding. De opkomende vraag is of er sprake is van een voorrangsfout van de vanachter aangereden bestuurster, danwel een situatie waarin de vrouw stilstond op het kruispunt en toen is aangereden. Indien de vrouw bewijst dat zij stilstond maakt zij aanspraak op een schadevergoeding.

Bewijs stilstaan bij aanrijding, Rechtbank Noord-Holland 17 januari 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:378

Getuigenverklaringen achteraanrijding

Voor het bewijs worden twee getuigen en de eisende partij zelf gehoord. Uit de verklaringen zou moeten blijken dat de vrouw al enige tijd stilstond op het kruispunt voor de aanrijding:

‘ [eiseres] , [getuige 1] en [getuige 2] hebben allen verklaard dat de auto van [eiseres] “geruime tijd”, “enkele tientallen seconden” dan wel “twintig of dertig seconden” stil stond voordat de aanrijding plaatsvond. [eiseres] heeft daarnaast verklaard dat zij “langzaam reed(je mag maar 30 km/per uur, binnen bebouwdekom)”.1 In diezelfde verklaring verklaart [eiseres] dat zij dacht dat [naam] “haast had want ze reed heel dicht achter mij aan (…) dit is mij opgevallen omdat ze mij bumper kleefde” en “ik denk dat ze niet door had hoe hard ze reed en mijn vermoeden is dat ze ongeveer 50 km/per uur reed”.‘

Afgelegde verklaringen ongeloofwaardig

De twee bestuurders legden beiden een andere weg af naar de plaats van het ongeval, nadat zij kort daarvoor achter elkaar reden. De rechter vindt de verklaringen ongeloofwaardig. Als de aansprakelijk gestelde partij inderdaad 50 zou hebben gereden, zou zij eerder bij de kruising zijn geweest dan de eisende partij. De eisende partij zou bovendien al 25 seconden hebben stilgestaan voor de aanrijding. De rechter hecht daarom geen waarde aan de afgelegde verklaringen:

‘Op basis van deze gegevens zou [eiseres] de door haar af te leggen route in ongeveer 30 seconden hebben gereden. Indien daarbij wordt opgeteld de herhaald betrokken stelling dat zij ongeveer 25 seconden heeft stilgestaan op de bewuste kruising dan brengt dat met zich mee dat [naam] over haar (kortere) afstand bijna één minuut heeft gedaan. Dit terwijl [naam] volgens [eiseres] , [getuige 1] en [getuige 2] “veel te hard” en “ongeveer 50 km/u” reed. De wetten van de logica dwingen dan tot de conclusie dat [naam] veel eerder bij het kruispunt zou zijn dan [eiseres]. Dat dit niet zo was, kan niet worden verklaard door het feit dat de weg van [naam] smaller en bochtiger was dan die van [eiseres]. Over een afstand van 230 meter zou [naam] immers bij de toegestane snelheid van 30 km/u 27 seconden doen (en bij een snelheid van 50 km/u slechts 16 seconden).’

Deskundigen rapport stilstaan bij aanrijding

De rechter heeft dus twijfels over de verklaring van het slachtoffer en de getuige. Daarnaast is er in opdracht van de aansprakelijke verzekeraar een deskundige rapport opgesteld. De deskundige (Bosscha) concludeert dat de vrouw niet stilstond tijdens de aanrijding. Bij zijn onderzoek maakt de deskundige onder andere gebruik van de foto’s die de eisende partij nam direct na de aanrijding:

‘Vast staat dat Bosscha zich bij het beoordelen van de (aanrijdings)situatie onder andere heeft gebaseerd op foto’s die [eiseres] zelf op de dag van de aanrijding op de plaats van de aanrijding heeft gemaakt. Bosscha was daardoor op de hoogte van de werkelijke eindpositie van de twee auto’s na de aanrijding.‘

De conclusie van de deskundige dat de eisende partij reed en niet stilstond, is onder andere gebaseerd op de positie van de voertuigen na het ongeval:

‘Dit geldt voor de constatering van Bosscha dat door de eindpositie van de auto van [eiseres] moet worden vastgesteld dat haar auto niet stilstond ten tijde van de botsing. Bosscha schrijft: “Als die stilstand aan de orde was geweest zou haar auto een rotatie hebben ondergaan (…). Nu het front van de Fiat voorbij het front van de Citroën wordt aangetroffen laat de eindpositie van de Fiat (en de schade op het rechter voorportier) stellen dat de Fiat niet stilstond op het moment van de botsing.”’

Ook de schade aan de voertuigen toont volgens de deskundige aan dat de aangereden voertuig bewoog en niet stilstond tijdens de aanrijding:

‘Ook het schadebeeld dat door Bosscha is geconstateerd op het rechtervoorwiel van de auto van [eiseres] is niet dan wel onvoldoende door [eiseres] weersproken. De sporen op dit wiel zijn, zo concludeert Bosscha, “niet recht/strak (wat te verwachten was als de Fiat in stilstaande positie was aangereden), maar golvend/onregelmatig. Dit laatste geeft aan dat het contactspoor gezet is door een draaiend wiel, hetgeen een bevestiging vormt voor de uitspraak dat de Fiat op het botsmoment gereden heeft.”’

Schakel kosteloos een letselschade advocaat in

Wij zijn bereikbaar op 0800 – 44 55 000. Ons algemene e-mailadres is info@letselschadespecialist.nl. Als u het onderstaande contact formulier invult, nemen wij contact met u op.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Noord-Holland 17 januari 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:378