Aanrijding op het achterwiel en te hard rijdende motor: Een motorfiets botst tegen een afslaande auto. De bestuurder van de auto verleende de motor geen voorrang. De motorrijder reed mogelijk te hard en op het achterwiel (wheelie). De rechter beoordeelt daarom de mate van eigen schuld van de motorrijder met voorrang.

De rechter kijkt eerst naar de aansprakelijkheid van de afslaande bestuurder. Vervolgens beoordeelt de rechter of er sprake is van eigen schuld vanwege een te hoge snelheid en een mogelijke wheelie voorafgaand aan de aanrijding.

Aansprakelijkheid afslaande automobilist

De rechter stelt redelijk eenvoudig vast dat de bestuurder van de afslaande auto aansprakelijk is. Er is sprake van een duidelijke voorrangsfout. De bestuurder had beter moeten opletten en eventueel tot stilstand moeten komen om vast te stellen dat de weg vrij was:

‘Degene die voorrang moet verlenen moet zich ervan vergewissen dat de weg vrij is en daarbij moet hij of zij ook rekening houden met verkeer dat (te) hard rijdt.’

Aanrijding op het achterwiel en te hard rijdende motor

Eigen schuld door te hard rijden en rijden op achterwiel

Na het vaststellen van de aansprakelijkheid van de automobilist beoordeelt de rechter de eigen schuld van de motorrijder. Dit betekent dat de rechter beoordeelt of het eigen rijgedrag van het slachtoffer bijdroeg aan het ontstaan van de aanrijding. Daarbij is van belang dat er mogelijk sprake is van een snelheidsovertreding en het rijden op het achterwiel (een wheelie) vlak voor de aanrijding.

Onderzoek snelheid en wheelie

Een expert voert een onderzoek uit naar de aanrijding. De expert concludeert dat het maken van een wheelie tijdens of kort voor de aanrijding niet kan worden vastgesteld. Daarnaast beoordeelt de expert de rijsnelheid bij de aanrijding. In het onderzoek naar de snelheid wordt rekening gehouden met een foutmarge. De snelheid van 70 kilometer per uur is de minimale snelheid waarmee volgens het onderzoek is gereden:

“Samengevat kan op grond van het beschikbare materiaal worden gesteld dat op technische gronden de botssnelheid van de motorfiets waarschijnlijk tenminste 70 km/uur is geweest. Daarnaast zijn in het dossier aanwijzingen aanwezig waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de betrokken motorrijder inderdaad een ‘wheely’ heeft gemaakt voorafgaand aan de aanrijding. Echter, deze aanwijzingen zijn indirect en kunnen mogelijk aan de hand van de originele foto’s van het onderzoek worden bevestigd of juist ontkracht.”

Verklaringen over rijden op achterwiel voor aanrijding

Getuigen verklaren dat de motorrijder (kort) voor de aanrijding een wheelie maakte. De rechter gaat er dan ook vanuit dat de motorrijder tijdens of kort voor de aanrijding een wheelie maakte. Dat andere getuigen de wheelie niet noemen, is volgens de rechter niet van belang.

Verdeling schade

De rechtbank Den Haag oordeelt uiteindelijk dat de motorrijder 75% van zijn eigen schade draagt. De (verzekeraar van de ) bestuurder die geen voorrang verleende, betaalt 25% van de letselschade. De hoge snelheid en het maken van een wheelie betekenen in dit geval dat de motorrijder een groot aandeel had in het ontstaan van de aanrijding.

Bespreek uw letselschadevergoeding

Bespreek uw schadeclaim met een letselschade advocaat. Bel naar 0800-4455000, stuur een e-mail naar info@letselschadespecialist.nl of vul het onderstaande contactformulier in.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres


    Bron www.rechtspraak.nl: Rechtbank Den Haag 25 januari 2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:2743