Een werknemer loopt letselschade op bij een aanrijding door een achteruitrijdende vrachtwagen. De rechter beoordeelt de aansprakelijkheid van de werkgever en de vrachtwagen eigenaar.

Een werkgever vraagt een werknemer te helpen bij het aanleggen van een vrachtwagen in een laaddock. De werknemer geeft vanaf het laaddock aanwijzingen aan de vrachtwagenchauffeur. De man raakt hierbij met zijn arm bekneld tussen de achteruitrijdende vrachtwagen en de deur. Het slachtoffer vraagt in een deelgeschil om de aansprakelijkheid vast te stellen van zijn werkgever en de vrachtwageneigenaar voor de letselschade die ontstond bij dit vrachtwagen ongeluk.

Zorgplicht werkgever achteruitrijdende vrachtwagen

De werkgever vindt dat er voldoende aanwijzingen zijn gegeven aan de werknemers. Door een taalbarrière waren de veiligheidsvoorschriften volgens de werkgever moeilijk over te brengen. De rechter overweegt dat de werkgever eventueel een tolk had kunnen inschakelen. Daarnaast had de werkgever volgens de rechter markeringen op de vloer kunnen aanbrengen om werknemers duidelijk te maken waar zij, vanwege de veiligheid, niet mochten staan:

“Met een pictogram op de laaddocks die duidelijk maakt dat men bij het aanleggen niet op de betreffende dock moet staan om te ‘waven’ was de kans op een ongeval als hier aan de orde op een eenvoudige manier verkleind.”

Aanrijding werknemer door achteruitrijdende vrachtwagen
Lopende werknemers zijn gewoon voetgangers en worden daarom wettelijk beschermd.

Aanrijding voetganger door achteruitrijdende vrachtwagen

Artikel 185 WVW bepaalt dat een bestuurder van een motorvoertuig tenminste 50% van de schade van een aangereden voetganger betaalt. Ook de werknemer is in dit geval gewoon een voetganger. De bescherming van artikel 185 WVW geldt daarom ook in deze situatie. De werknemer is een aangereden voetganger en heeft daarom recht op vergoeding van schade door de bestuurder van de vrachtwagen.

Vrachtwagenchauffeur verantwoordelijk voor mensen rondom vrachtwagen

De gewonde werknemer gaf aanwijzingen aan de chauffeur. De chauffeur vindt daarom dat hij geen schuld heeft vanwege overmacht of dat een deel van de schade voor rekening van het slachtoffer moet blijven vanwege eigen schuld. De rechter vindt dat de bestuurder van de vrachtwagen verantwoordelijk is voor de veiligheid van mensen in de buurt van de vrachtwagen:

“Maar ook als zij op [verzoeker] of een ander zou afgaan die aanwijzingen geeft blijft dat zij bij deze bijzondere manoeuvre van de vrachtwagen de verantwoordelijk behoudt om zich steeds te overtuigen van de veiligheid voor personen rondom de vrachtwagen.”

Dat de bestuurder van de vrachtwagen afging op de aanwijzingen van het slachtoffer betekent daarom volgens de rechter niet dat de chauffeur geen schuld heeft of dat het slachtoffer zelf schuldig is.

Hoofdelijk aansprakelijk

De rechter veroordeelt vier partijen: het uitzendbureau, de inlener, de eigenaar van de vrachtwagen en diens verzekeraar. Alle partijen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schade. Dit betekent dat zij allemaal aangesproken kunnen worden om de volledige schade te voldoen.

Bron: lees de uitspraak op rechtspraak.nl