Arbeidsongeval en immateriële schadevergoeding: Na een arbeidsongeval bepaalt de rechter de hoogte van de immateriële schadevergoeding aan de hand van concrete voorbeelden uit de smartengeld gids. In dit geval bepaalt de rechter dat het slachtoffer recht heeft op € 20.000,– immateriële schadevergoeding voor het beenletsel dat ontstond bij een arbeidsongeval.

De aansprakelijkheid stond al vast in deze procedure. De rechter beoordeelt in deze uitspraak de hoogte van de immateriële schadevergoeding. De uitspraak is met name interessant omdat de rechter aan de hand van concrete uitspraken uit de Smartengeldgids de immateriële schade vaststelt.

Dubbele onderbeenbreuk en enkelfractuur bij arbeidsongeval

De eisende partij in deze procedure raakt gewond bij een arbeidsongeval. Tijdens het werk valt er een voorwerp op zijn been. Hierdoor ontstaat een dubbele breuk in het onderbeen en een gebroken enkel:

‘Op 14 november 2017 is [eiser01] tijdens zijn werk bij [naam VOF01] een arbeidsongeval overkomen. Zijn linkerbeen is daarbij onder een composieten plaat terechtgekomen, als gevolg waarvan hij een dubbele onderbeenbreuk en een enkelfractuur heeft opgelopen. [eiser01] is hiervoor operatief behandeld.’

Arbeidsongeval en immateriële schadevergoeding, Rechtbank Rotterdam 3 november 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:11285

Begroting immateriële schade

Een immateriële schadevergoeding noemen we ook wel smartengeld. Met immateriële schade bedoelen we schade die niet direct in geld valt uit te drukken. Vaak worden pijn, leed en afname van levensplezier als voorbeeld genoemd. De rechter beschrijft de aard van de immateriële schadevergoeding en de manier waarop de hoogte wordt bepaald:

‘De kantonrechter stelt voorop dat smartengeld een naar billijkheid vast te stellen vergoeding vormt voor het niet in vermogensschade bestaande nadeel dat is geleden door een persoon die als gevolg van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk is, (lichamelijk) letsel heeft opgelopen (artikel 6:106 BW lid 1 en onder b BW). Bij de begroting ervan moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval, waarbij voor de omvang van de vergoeding in het bijzonder bepalend is de aard, ernst en duur van het letsel, de pijn, de intensiteit van het verdriet en de gederfde levensvreugde en de gevolgen daarvan voor de betrokkene.’

Aard, ernst en duur letsel

Na de beschrijving van de manier waarop het recht op een immateriële schadevergoeding wordt vastgesteld, kijkt de rechter naar het concrete geval. De rechter beoordeelt het letsel en de gevolgen hiervan voor het slachtoffer. In dit geval gaat het om blijvend beenletsel. De rechter stelt vast dat voorstelbaar is dat dit letsel een grote negatieve impact heeft op het leven van het slachtoffer:

‘[eiser01] is zonder twijfel een traumatiserend ongeval overkomen. Hij is onder een composieten plaat terecht gekomen. Als gevolg daarvan heeft hij een dubbele onderbeenbreuk en enkelfractuur (links) opgelopen. Dat heeft niet alleen consequenties voor zijn werk, maar ook voor alledaagse activiteiten. De kantonrechter acht voorstelbaar dat de beperkingen waarmee [eiser01] kampt hem in het gezinsleven en maatschappelijke verkeer aanzienlijk hebben beperkt. Hierdoor heeft [eiser01] zijn leven niet kunnen voortzetten zoals hij anders zou hebben gekund. Uit het rapport van de deskundige blijkt dat het ongeval tot blijvend letsel heeft geleid.’

Vergelijking andere gevallen immateriële schadevergoeding

De berekening van de immateriële schadevergoeding is eigenlijk een vergelijking. De partij die een immateriële schadevergoeding claimt moet de vordering onderbouwen. In het geval van een immateriële schadevergoeding betekent dit dat aan de hand van het letsel en de gevolgen een vergelijking wordt gemaakt met eerdere schadeclaims. Een overzicht van deze uitspraken wordt door de ANWB uitgegeven als de Smartengeldgids. De eiser verwijst naar een aantal uitspraken uit de Smartengeldgids. De rechter beoordeelt vervolgens in hoeverre de uitspraken vergelijkbaar zijn met dit geval. De eiser wil een immateriële schadevergoeding van € 45.000,– en heeft daarbij voorbeelden aangedragen. De rechter vindt dat de verwondingen en beperkingen groter waren in de gegeven voorbeelden:

‘De kantonrechter heeft acht geslagen op de door [eiser01] genoemde voorbeelden van uitspraken uit de Smartengeldgids. Deze voorbeelden worden echter niet voldoende vergelijkbaar geacht met de situatie van [eiser01], omdat sprake is van zwaarder en of meer gecompliceerd letsel.

Specifieke voorbeelden immateriële schade uit de Smartengeldgids

Vervolgens gaat de rechter in op de specifieke verschillen tussen de voorbeelden uit de Smartengeldgids en de onderhavige zaak. De afwegingen geven inzicht in de aspecten die van belang zijn om een immateriële schadevergoeding te berekenen. De rechter benoemt de duur van een ziekenhuisopname, gedurende een lange tijd lopen op krukken, een beperking van blijvende aard, de ernst van het opgelopen letsel, psychische schade en complicaties bij het herstel. Deze factoren spelen een rol bij het begroten van de immateriële schade. Voor zover er in de zaken uit de Smartengeldgids sprake is van ernstigere of verdergaande beperkingen en gevolgen benoemt de rechter de verschillen. De verschillen tussen de aangehaalde zaken en het onderhavige geval betekenen dat er onvoldoende reden is om de schade te begroten op het door de eiser gevraagde bedrag van € 45.000,–:

‘In de zaak met uitspraaknummer 107 is sprake van een ziekenhuisopname van 30 dagen met 8 operaties en 36 maanden op krukken lopen. In de zaak met uitspraaknummer 109 is het slachtoffer gehandicapt geraakt, nadat een vrachtwachten over beide benen reed. In de zaak met zaaknummer 114 is sprake van meerdere vormen van letselschade (arm- en handletsel, been- en voetletsel, schouder-borstkas-en wervelkolomletsel en ontsiering van gelaat en lichaam). In de zaak met zaaknummer 118 heeft het slachtoffer beide onderbenen gebroken en was er sprake van diverse complicaties in het hersteltraject. Het slachtoffer heeft bovendien hoofd- en zenuwletsel alsmede ernstige psychische schade.’

€ 20.000,– immateriële schadevergoeding

Een immateriële schadevergoeding bij letselschade is in Nederland over het algemeen een bedrag tussen de € 50,– en € 250.000,–. Bij hoge immateriële schadevergoedingen gaat het om zeer ernstig letsel zoals een complete dwarslaesie of zeer ernstige brandwonden. De rechter stelt op grond van zijn overwegingen vast dat de immateriële schadevergoeding in dit geval € 20.000,– bedraagt:

‘Alles wat hiervoor is overwogen, overziend en mede in aanmerking genomen de bedragen die in vergelijkbare gevallen door Nederlandse rechters zijn toegekend, begroot de kantonrechter het smartengeld op € 20.000,-.’

Gratis rechtshulp bij letselschade

Ons telefoonnummer is 0800 – 44 55 000. U kunt ook een e-mail sturen naar info@letselschadespecialist.nl of gebruik maken van het onderstaande contactformulier voor een terugbelverzoek.

    Uw naam
    Uw telefoonnummer
    Uw e-mailadres

    Bron: www.rechtspraak.nl Rechtbank Rotterdam 3 november 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:11285